Ronald Hagenstein
Otto de Groot en Ronald Hagenstein oprichters van Otflow
Ha Ronald, wat leuk je te spreken. Kun je in je eigen woorden vertellen wie je bent en wat je doet?
Ik ben Ronald Hagenstein, 35 jaar. Ik ben ondernemer en mede-oprichter van Otflow. Ik kom uit de ontwerp- en reclamewereld en ben vader van een dochter van drie.
Bij Otflow is de link met de haven snel gelegd. Hoe heeft Rotterdam verder invloed gehad op jou als ondernemer?
Rotterdam stimuleert jonge ondernemingen. De stad faciliteert ze bijvoorbeeld in verschillende broedplaatsen. Zelf heb ik ook op dat soort plekken gewerkt, zoals het Industriegebouw, het CIC en vroeger in Katshoek. Tussen de partijen die daar werken is veel synergie. Dat is niet alleen leuk, maar werkt ook heel goed in zo’n startfase. Bij de wekelijkse netwerkborrel van het CIC heb ik bijvoorbeeld mijn zakelijke IT-partner gevonden.
Rotterdam stimuleert ook technologische en innovatieve bedrijven. De stad staat niet alleen achter die bedrijven, maar ze helpen ook via Rotterdam Partners om meer naamsbekendheid te krijgen. Niet alleen in Rotterdam zelf, maar RP heeft ook veel connecties in het buitenland. Ze vragen bijvoorbeeld regelmatig ondernemers mee op handelsmissies.
Rotterdam heeft een echt ondernemersklimaat, zoals met de ROP en verschillende andere awards en subsidies die bedoeld zijn om innovatie te versterken. Daarnaast zijn er tal van verschillende netwerkborrels: voor starters, voor niches, van informeel tot heel serieus. De stad is er klaar voor, maar jij moet er ook klaar voor zijn. Alles ligt voor het grijpen!
Wat heeft de Nieuwe Heldenprijs voor Otflow betekend?
Ten eerste was het niet zo goed voor m’n hartslag. Ik was behoorlijk gespannen, want ik moest voor zeshonderd serieuze mensen een pitch doen. Je hebt één kans om zo goed mogelijk die twee minuten te benutten.
Het was een heel spannend en mooi geregeld event in Annabel, maar ik was vooral bezig met hoe ik die tekst er goed uitkreeg en of ik er echt als mezelf stond in plaats van een zenuwachtige schim van mezelf. Toen we hadden gewonnen kon ik een beetje ontspannen. In de zaal kon ik veel netwerken en connecties opdoen.
Het belangrijkste effect had het persbericht en alle media-aandacht na de winst. Er waren partijen die wilden samenwerken en we kregen veel felicitaties en zelfs investeerders. De prijs gaf echt een enorme boost voor de onderneming en de naamsbekendheid. En bovendien: het was heel leuk om te doen.
Hoe kan de prijs andere bedrijven vooruithelpen? Waarom zouden andere ondernemers zich moeten opgeven?
Je bedrijf staat altijd ergens voor. Je hebt een kans om op een groot podium je verhaal te doen, en je moet die kans gewoon pakken. Je moet ervoor zorgen dat mensen je verhaal horen. Je kunt je bedrijf in zijn beste vorm presenteren aan veel mooie mensen, zoals perspartners en investeerders.
De prijs en het proces ernaartoe helpt je om meer partners te vinden in de stad, om je doel te bereiken.
Het kan je bovendien helpen om klanten te vinden, maar in ons geval zitten onze klanten aan de andere kant van de wereld, dus het ging vooral om het vinden van partners.
Wat de prijs me ook heeft gebracht is dat ik door het Financieel Dagblad ben geplaatst in de Jonge Talentenlijst van 2020, een soort Top 50 van jonge ondernemers. Ook door Sprout zijn we daarna geplaatst in de Challenger50 lijst, een top 50 voor ondernemingen die voor verduurzaming en verandering staan. De prijs zette een soort kettingreactie van media-aandacht in gang.
Je bent een innovator. Heb je tips voor andere vernieuwende geesten hoe ze een idee om kunnen zetten in een succes?
Veel mensen hebben ideeën. Een gedeelte daarvan is goed en levensvatbaar. Maar de kracht zit niet in ideeën hebben, het gaat erom om het echt te doen. Je hoeft niet meteen te stoppen met je baan – dat kan ook risicovrij. Het hoeft ook niet heel snel, maar je moet er wel een hele vloot energie achter hebben zitten.
Als je bereid bent dat te doen en je begint een beetje tractie te krijgen, dan moet je er ook wel voor kunnen gaan. Dat heeft nog niet zoveel met geld te maken, je moet er vooral heel veel tijd in investeren. Veel mensen kijken er tegen op – ze zien vooral de risico’s. Maar je moet er gewoon beginnen, al doe je het maar één dag in de week.
Heb je nog andere tips voor startende ondernemers?
Begin in Nederland, en ga daarna internationaliseren. Dat kon bij ons niet; onze klanten zitten allemaal op het zuidelijk halfrond en dat is heel lastig. Het is heel gezond eerst een home market op te bouwen.